Hij deed uit de doeken wat hij verstaat onder ‘de winstparadox’. De beursindexen staan te blinken met grote winsten. De Amerikaanse Dow Jones bijvoorbeeld breekt record na record. Maar besef dat dit geen beeld is van de hele economie. Dat is een index van de grootste bedrijven. Het is niet omdat het goed gaat met die grootste bedrijven, dat het met de hele economie goed gaat. Integendeel zelfs: in de jaren tachtig zien we een scherpe tegenstelling ontstaan. Terwijl de winst van de grootste bedrijven volop de hoogte in schoot, ontstond er een duidelijke negatieve trend op heel wat andere vlakken. De loontrekkende krijgen een steeds kleiner aandeel van de winsten, die winsten blijven meer bij de bedrijven zelf. Binnen de lonen zien we dat vooral de lagergeschoolden veel minder verdienen. En het aantal startups keldert. We verdienen te weinig en we betalen te veel voor onze producten. De dynamiek lijkt uit de economie verdwenen. Wat is er toch aan de hand?
Eeckhout ziet de verklaring in de technologische evoluties. De digitalisering zorgt voor schaalvoordelen en netwerkeffecten. Neem eBay of Facebook. Het is quasi onmogelijk om met andere platformen de concurrentie aan te gaan, want het voordeel voor verkopers en adverteerders is net dat die platformen zo groot zijn, dat alle mogelijke kopers en lezers daar zitten. En als er dan al interessante vernieuwing van andere bedrijven komt, worden ze vaak snel opgekocht door die grootsten. De marktmacht van de grote bedrijven is ongezond en heeft veel negatieve effecten voor onze economie in haar geheel.
Meer eerlijke concurrentie kan ervoor zorgen dat er terug dynamiek en hogere lonen kunnen komen. Dat moet dan ook een prioriteit zijn voor alle overheden.