“Wat is de werkelijkheid achter de metafoor ‘geld de juiste kant op laten rollen’?” vraagt Dirk Bezemer, professor aan de Rijksuniversiteit Groningen in het noorden van Nederland en gespecialiseerd in internationale financiële ontwikkeling en lid van het Sustainable Finance Lab, zich meteen hardop af.

Economie is immers geen homogene wetenschap. Er bestaan verschillende scholen met verschillende opvattingen.

De ene visie op banken is de andere niet

Bezemer maakt dat duidelijk door aan te geven dat Ben Bernanke, de voormalige voorzitter van de Amerikaanse centrale bank, dit jaar de Nobelprijs kreeg voor economie op basis van een heel simpel schema. “Deze visie bekijkt de financiële sector als een draaiwiel”, zegt Bezemer. “Mensen brengen hun spaarcenten naar de bank en daarmee worden fabrieken, kantoren en zelfs windmolens gerealiseerd". “Het is prachtig,” zegt Bezemer, “maar dit is niet hoe een bank werkt. Het is niet de werkelijkheid als je naar de feiten kijkt.” 

Wat volgens hem vooral gefinancierd wordt door banken zijn niet zozeer machines, robots, patenten en windmolens maar vastgoed en vermogenstitels zoals aandelen, obligaties en derivaten. “Eigenlijk,” zo zegt hij, “helpt de financiële sector vandaag vooral de financiële sector en de vastgoedsector groeien.” Die ontwikkeling is al dertig jaar bezig, en wordt ‘financialisering’ genoemd.

McKinsey merkt zelfs in het rapport The rise and rise of the global balance sheet op dat 50% van de passiva en activa van de wereldbalans niet resulteren in het ondersteunen van de reële economie.

Schuldverschuiving

In zijn eigen onderzoek naar schuldverschuiving stelt professor Dirk Bezemer vast dat sinds de jaren negentig van de vorige eeuw bankkrediet steeds minder naar de reële economie gaat en steeds meer naar de financiële en vastgoedsector. Dit is niet zo onschuldig, want het resulteert onder andere in het alsmaar opstuwen van de huizenprijzen in Nederland en België.

Bovendien wil dit zeggen dat het financiële systeem niet volop een motor van verandering kan zijn, omdat niet de nieuwe en duurzame economie wordt gefinancierd, maar vooral het financiële systeem zelf.

De economie als kringloop

Anders dan Nobelprijswinnaar Bernanke ziet Bezemer de economie als een kringloop. Ook al zal volgens zichzelf geen Nobelprijs mee winnen, lijkt dit model hem toch nuttiger dan dat van het ‘draaiwiel’.

Economische groei zorgt voor opbrengsten: winst (voor de bedrijven), lonen (voor de gezinnen) en belastingsopbrengsten (voor de overheid). Vraag is nu waar die opbrengsten naar toe gaan? Daar zijn vier mogelijkheden. Het kan gaan naar consumptie (we eten, gaan op reis, kopen een gsm, …). Het kan gaan naar private en publieke investeringen in de reële economie: in mensen (zoals onderwijs), in materiaal voor in een fabriek, in het herstel van natuur, … Het kan gaan naar de opbouw van financiële buffers (voor als je als gezin een onverwachte uitgave moet doen, of als de inkomsten voor het bedrijf tijdelijk tegenvallen, …). Het kan tenslotte ook gaan naar het opbouw van vermogen. Die laatste mogelijkheid is steeds maar aan het groeien. Maar dat is geen goede zaak. Consumptie hebben we nodig om te leven, investeringen om de economie in de goede richting te duwen, buffers om schokken op te vangen. Vermogensopbouw is niet zo nuttig. En dat krijgt dus meer en meer de overhand.

Weg met de geldophoping

Wat betekent duurzame financiering in een wereld van geldophoping? vraagt professor Bezemer zich af in zijn besluit. Wat kunnen we verwachten van de financiële sector in de transitie naar duurzaamheid? “Niet zo heel veel” zegt hij en benadrukt dat door het nog eens te herhalen.

"De transitie komt er niet door veel geld op te hopen, ook niet als het in green bonds of ESG-fondsen is. De transitie komt er door te investeren in de reële economie en die te veranderen".

Wat is er dan wel nodig?

“Elke systeemtransitie naar een andere inrichting van de maatschappij kan niet gebeuren zonder een sturende overheid".

"Wat nodig is, is een daadkrachtige missiegedreven en sturende overheid. Een overheid die private investeringen coördineert, zelf investeert en durft richting de financiële sector aan ‘credit guidance’ te doen".

"Ook een andere inrichting van de financiële sector is belangrijk. We hebben eenvoudige banken nodig, geen stortvloed van onleesbare en risicovolle financiële producten en praktijken. Het kompas van banken moet niet staan op hun effect op de financiële markten, maar wel op hun échte effecten: op de economische ontwikkeling, op de afbouw van de vervuiling, op de realisatie van sociale inclusie. Zowel de overheid als de banken moeten hun oog op de bal houden. Dat is de enige manier om er te geraken".

Contact